|
||||||||
Hoewel de naam van Katerina Papadopoulou wellicht bij niet al te veel mensen een belletje doet rinkelen in deze uithoek van Europa, kun je zonder overdrijven zeggen dat deze mid-veertiger sinds ruim twintig jaar betrokken is bij zowat elke productie die er binnen de Griekse folk echt toe doet. Dat ze, bij voorbeeld, terug te vinden is op menige Domna Samiou-CD, waarover we hier geregeld allerhande loftrompetten steken, mag dan ook nauwelijks verwondering wekken, net zo min als het feit dat ze geregeld toert aan de zijde van de grote Jordi Savall. Katerina is zo iemand die heel goed aanvoelt wat er echt bovenuit zal steken en die -hoewel ze vast voor duizend-en-één dingen gevraagd wordt, een dermate grote reputatie heeft opgebouwd, dat ze echt de dingen kan uitkiezen, waaraan zij iets kan bijdragen om één en ander tot een nóg hoger niveau op te tillen. Ze beschikt daarvoor over twee uitstekende troeven: een bijzonder mooie stem en het vermogen om de folkmuziek letterlijk te doen (her)leven. Op deze nieuwe plaat -de titel is Grieks voor “Griekse boog”, een begrip uit de seismologie, waarmee de boogvormige tektonische platen in de Oostelijke Middellandse Zee worden aangeduid, maar tegelijk is het ook de verzamelnaam voor een boogvormige landstreek met gemeenschappelijke taalkundige en muzikale uitingsvormen, die bereik hebben van de Anatolische Westkust tot het Eritrese schiereiland, over de Zuidelijke Egeïsche eilanden, via Rhodos, Cyprus, Kreta, de Cycladen, de zuidelijke Peloponnesus tot helemaal in het zuiden van Italië- werkt Katerina met haar drie kompanen een repertoire af, dat zijn wortels heeft in die boogstreek. Bijzonder aan deze plaat is dat Katerine en haar muzikanten Stefanos Dorbarakis (Qanun en zang), Kyriakos Tapakis (oud en Spaanse luit) en Giorgios Kontogiannis (lyra), zich terugtrokken in een klooster in Karpathos om daar in een zo live mogelijke omgeving de liederen op te nemen. Daarmee ging een droom van Katerina in vervulling, die zij koesterde, sinds ze een paar keer een concert had mogen geven in kloosteromgevingen in Frankrijk. Hetzelfde doen, maar dan in “eigen” omgeving, dàt wilde ze nog meemaken en zie, haar wil geschiedde, mede dankzij de abt van het Giorgiosklooster. Naar ik ergens las, vindt Katerina dat dat klooster een zodanig magische plek is, dat zelfs een foto ervan, je al onder de indruk brengt. Hoe dan ook, de vier gingen aan de slag met een dozijn oude liederen en melodieën uit Cyprus, Kalymnos, Naxos, Kappadocië, Kreta en de Peloponnesos en kwamen naar buiten met een ongemeen prachtig resultaat: het respect voor de traditie druipt van de interpretaties af en toch merk je, de hele plaat lang, dat deze liederen, dit opzet en deze omgeving, Papadopoulou en haar muzikanten tot de kern van de zaak konden doordringen. Dit is de hedendaagse Griekse folk van verschrikkelijk hoog niveau, waarmee iedereen geassocieerd zou willen worden. Laten we hopen dat Elena en haar troepen binnenkort de weg naar onze regio mogen vinden, want: dit live meemaken, in kerk of theater…kippenvel gegarandeerd! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||